dinsdag 25 augustus 2015

Schellebelle, het scheldedorp met de mooiste plaatsnaam van Vlaanderen

Het boek van mijne maat ‘Over de Via de la Plata naar Santiago’, geschreven door zijn kozijn Ed van der Aa heb ik ondertussen al geheel uitgelezen. Ed had eerder ook al een Camino gelopen. Helemaal vanuit Roermond en ik heb er veel herkenningspunten en tips in gevonden. Ook hij ergerde zich blauw aan de foefelaars die stukken met het openbaar vervoer of taxis afleggen en er bijgevolg voor zorgen dat in de vroege namiddag de albergues al volzet zijn. Andere heikele punten die zo herkenbaar waren zijn de vroeg vertrekkende pelgrims die met plastic zakjes scharrelen en je uit je slaap halen. Gewiekste dorpsbewoners-herberguitbaters die de wegmarkeringen aanpassen zodat je langs hen passeert, is nog zoiets. Vrienden onder elkaar die een pelgrimstocht beginnen maar onderweg in onmin uit elkaar gaan ... 't lijkt wel een wetmatigheid en ik ken het ondertussen wel. Verder schreef hij een hele berg proza bijeen over de ontvangst in de albergues. In Galicië zijn deze het best georganiseerd terwijl hij elders onderweg toch enkele minder prettige ervaringen kon boeken. In Galicië houdt de Xunta er immers een oogje in't zeil. Prachtige foto’s ook in zijn boek. Kortom een zeer mooi en verzorgd werkje. De schrijver had naar mijn gevoel wel een geheel andere instelling met zijn tocht. Kritisch tot bij wijlen negatief naar de omgeving toe, meer in zichzelf gekeerd en waar mogelijk werden contacten met andere pelgrims vermeden. Ik verlang eerder naar de ontmoetingen met andere mensen en in tegenstelling tot Ed, die geheelonthouder is, mag er voor mij af en toe wel eens een pintje aan te pas komen. ’t Mogen er zelfs een paar meer zijn ;-). Al bij al een mooie dubbelprestatie van de schrijver. Zowel de tocht als het boek.


We gingen eens wandelen in Schellebelle. Een toerke van een kleine 25km. Bruinbergen, Wichelen, Uitbergen, Overmere, Donk de oevers van het Donkmeer volgend  en vervolgens via het veer de Schelde over naar Schellebelle. Althans dat zouden de bedoelingen worden. Schellebelle mag zich in Vlaanderen het dorp noemen met de mooiste plaatsnaam. Dit afgekeken van de Hollanders die in 2005 een internetpoll hadden georganiseerd met de vraag om het dorpje met de mooist klinkende naam te benoemen. Soms ontbreekt het ons al wel eens aan wat originaliteit en gaan we afkijken bij de buren.
In Nederland viel die eer te beurt aan het gehuchtje Doodstil, helemaal bovenaan in de provincie Groningen. Amper 102 inwoners rijk maar ze zijn er allen springlevend. De 2de en 3de plaats gingen naar het Zeeuws-Vlaamse Waterlandkerkje en  naar het dorpje Muggenbeet in Overijssel. Als je achternaam dan nog eens 'Olifant' luidt zit je in dit laatste dorpje gesetteld. Het zou me in het geheel niet verwonderen met al die knotsgekke achternamen daar bij onze Noorderburen :-). Na wat opzoekingswerk terzake blijken er 129 mensen deze familienaam daar te hebben. 
Over de oorsprong van Schellebelle haar naam zijn de meningen erg verdeeld. Gaande van het verhaal over een schelklinkende bel waarmee men de veerboot kon roepen en waarrond er zich een dorpsgemeenschap heeft gevestigd tot een afleiding uit ‘belle’ van het Gallo-Romeinse baculiolum wat palissade betekent. Een afsluiting aan de Schelde met andere woorden. Romantici verwijzen dan weer naar de Franse kooplui die eeuwen geleden met hun vrachtschuiten op de Schelde voeren en bij het in zicht komen van het dorpje ‘Quelle Belle’ uitriepen. Hier ook ieder zijn meug.




We zijn vertrokken. Vroeg uit de bedstee voor een schoofzakske te maken. Het stapuniform lag al klaar aan de vooravond zodat ik op tijd zou zijn tegen negenen want dan zouden de Ronny en de Catsjoe aan de deur staan. Nog een taske koffie en we konden vertrekken. Vrij vlug stonden we in Schellebelle. De Ronny had van de rit verschrikkelijke dorst gekregen en na een Duveltje in de afspanning 'Driekoningen' konden we in de startblokken schieten. 
Een weinig vrolijke kerel bediende het veer daar in Schellebelle. Oorzaak aan zijn depressieve bui was het feit dat de groene coalitie in zijn gemeente weigerde een toilet te plaatsen voor hem op de oever. De Ronny vond dat een uitstekende situatie. Het zou de veerman een geldig excuus verschaffen om af en toe een cafeetje op te zoeken tijdens het werk. Het personeel de mogelijkheid geven om de natuurlijke behoeften te kunnen doen is ook mijn inziens een punt dat op elke syndicale agenda terug te vinden is. De trieste veerman in kwestie kon er echter helemaal niet mee lachen. Eens het veerbootje uit zaten we al vlug te midden van enorme graafwerken. Ook hier worden er massaal overstromingsgebieden aangelegd volgens het Sigmaplan. Grote dijken worden er opgeworpen en tja ... op een terreinkaart zie je deze werken niet dus het werd onverwachts klauteren tussen bulldozers en graafmachines door. Het uitgestippelde traject oogde wel prima maar helaas, eens het klauterwerk achter de rug bleek heel het gebied rond de recreatievijvers van Overmere Donk met hekken afgesloten en moesten we overschakelen op plan B. Een plan dat we niet hadden :-)
Om toch maar aan die vijvers te geraken hebben we ons zelfs een paar keer aan een jungleparcours gewaagd. Tevergeefs, we zaten langs alle kanten ingesloten. Misschien brachten jagerspaadjes wel een uitweg ? Dwars door een bosgebied vol brandnetels en distels. Soms viel er niet te kiezen. Om de lelijke brandwonden van de bereklauw te ontwijken koos je sowieso voor een ommetje langs doornige struiken en hoogopgeschoten brandnetels. De benen getengeld door de brandnetels, de Ronny zijn armen hier en daar tot bloedens toe opengereten aan de doornen, awel er zijn plezanter wegeltjes. Uit arrenmoede hebben we dan maar ons trajectje wat aangepast. Teruggekeerd op de passen werd het een zalig wandelingetje langs de scheldeboorden. Lekker weertje, stevige wind en heel even een paar dikke druppels regen. Ideaal stapweer. Aan het 'riekend rustpunt', vanwaar de benaming kwam had ik voorlopig nog geen idee maar een bankje aldaar opgesteld was ideaal voor de bokes aan te spreken. Een duo krasse senioren op sportfietsen kwamen aangereden met pak en zak. Ik meende een Sint Jacobsschelp te herkennen op hun bagage. Dit was bij nader inzien niet het geval maar ik had hen al nageroepen. Nee ze waren niet op weg naar Santiago maar maakten een fietstoer door België. In Friesland waren ze vertrokken en dagelijks fietsten ze 100km. Nu kwamen ze uit Doornik en waren op weg naar Gent. Van hen hoorde ik dat er naast het Floris V-pad en het Pieterpad er ook een Friese Woudentocht bestaat. Daar ga ik me eens in verdiepen. Te laat dacht ik eraan hen te vragen of ze Doodstil waren gepasseerd. Nog een goeie en veilige reis beste Friezen ! 
Na in een lus rond een overstromingsgebied te zijn gestapt vonden we een net gebouwtje dat eveneens het 'riekend rustpunt' heette. Maar even binnengaan om te verkennen. Een beermuseum begot, waar gaan we het schrijven ? Wat ik niet wist is dat de streek waarin we wandelden voorheen een streek was waar met beer de kost werd verdiend. Een plaat met opschrift 'Van stadstront naar zandgrond' sierde het interieur. De link naar het 'riekend rustpunt' was gelegd. Langs de Schelde vind je daar nog de restanten van beerputten waar schepen vroeger jaren de beer losten die ze in de steden gingen ophalen. Deze beer werd voor veel geld verkocht aan de boeren die er hun arme zandgrond mee trachtten te verrijken. Dat beermuseumke was even de moeite toch. Beerschoppen, mestkarren en ander specifiek alaam ontworpen voor de beerstiel kon je daar aantreffen. Een druk op een knopje en een audiobandje werd afgespeeld waarmee de ganse beergeschiedenis van de streek uit de doeken werd gedaan. Nog even flink doorstappen langs de scheldeboord naar de auto toe en het stapavontuurtje zat er weeral op. Beetje teleurgesteld dat we het traceetje dat we voor ogen hadden niet hebben kunnen uitlopen maar 21 paaltjes hebben we toch nog achterover gedrukt. Nog een frisse afsluiter op een terras aan de veerpont vergezeld van een klapke met de lokale klandizie en hop we konden huiswaarts keren. 
Eens thuis wachtte er me nog een leuke verrassing. Er stak een kaartje in de bus. Lorelyne, de jonge Parisienne waarmee ik in 2012 drie dagen in Frankrijk heb opgetrokken heeft me dit opgestuurd vanuit Santiago de Compostela. Ze heeft er 3 zomervakanties aan besteed om in Santiago te geraken. Op het kaartje stond vermeld : "Je garde de notre rencontre un souvenir mémorable. Au plaisir, merci encore d'avoir été sur ma route". Ik kreeg er even de tranen van in mijn ogen. Uit het oog maar niet uit het hart. Een magische band, leg dat maar eens uit ? Wat een mooie dag weeral ! 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Plaats een reactie als je wil.