dinsdag 30 augustus 2016

Naar Tongeren, de oudste stad van België

Met z'n vieren zijn we er nog eens op uit getrokken. Ik en den Hugo, de Ronny en de Catsjoe. Het zalige zomerweer zou voor de perfecte omkadering zorgen ! Daar paste natuurlijk een uitgekiend wandelparcourstje bij. Wat dacht je van Tongeren ? In 'de' Limburg om er een geografisch kanttekeningetje bij te plaatsen.
In het zuiden van de provincie Limburg, de groene long van ons landje, daar vind je Belgiës oudste stad Tongeren. In deze hoedanigheid kent de stad in hoofdzaak twee soorten toerisme. Enerzijds is er het cultuurtoerisme en anderzijds kan je er terecht voor het plattelandstoerisme. Meer dan 500.000 toeristen per jaar bezoeken er het Gallo Romeinse museum en de antiekmarkt. Het zijn er de belangrijkste trekpleisters. Maar mede door het toenemend plattelandstoerisme ondernomen door fietsers en wandelaars werd dit deel van het Limburgse Haspengouw al gauw een absolute topper. 
Nog voor Julius Caesar er in de 1ste eeuw voor Christus zijn Romeinse legioenen inkwartierde werd de streek bewoond door de Eburonen. Ze werden er echter verdreven door deze doorluchtige krijgsheer waarna de Tungri, ondertussen onderworpen Galliërs, het recht verkregen zich te vestigen in de nederzetting Atuatuca Tungrorum. Tongeren groeide uit tot een municipum, een hoofdstad in het Romeinse Rijk. De sporen uit deze Romeinse periode beslaan een aaneengesloten terrein van ongeveer twee vierkante kilometer. Ze vormen daarmee het grootste archeologisch complex van de Lage Landen.  Als "oudste stad van België" gebruikt Tongeren zijn Romeinse verleden dan ook volop als een toeristische troef.



Voilà, Tongeren werd bijgevolg het doel van onze wandeling. Vroeg eruit want het zouden een kleine 3 uurtjes sporen worden. Den Hugo opgepikt en om 8 uur den trein op in Sint Niklaas. Afstappen in Berchem om aan te pikken bij de Ronny en een kommeke koffie bij het ons ondertussen vertrouwde koffieshoppeke uitgebaat door een Iraans madammeke. De Ronny had zichzelf voorgenomen om wat te sleutelen aan zijn verbale vaardigheden omtrent het maken van contacten met de medemensen. Een groepeke van 4 vrolijke dames met shoppingintenties in Brussel stapte op in Heist op den Berg. Prima didactisch materiaal om doelgroep te wezen in zijn aspiraties daaromtrent. Naar gewoonte leende de De Catsjoe zich tot springplank voor de nakende conversatie. Het gesprek kreeg desalniettemin een dramatische wending. Eén van de dames maakte gewag van een bijtaccidentje met een Rottweiler waarbij één harer vriendinnen hare neus was kwijtgespeeld op een muziekfestival. Droevige story waarbij van naaldje tot draadje de operatieve ingrepen uit de doeken werd gedaan om er bij de vriendin in kwestie een nieuwe neus aan te breien. Geen enkel element uit de medische wetenschap werd daarbij over het hoofd gezien. In Aarschot kwam aan de conversatie een bruusk einde want daar moesten we overstappen. De Ronny zijn proefkonijnen spoorden verder door naar Leuven. Rond halfelf zaten we in Tongeren na een voorspoedige treinreis zonder in- noch accidenten. Ze gaan er op vooruit met hunnen ijzeren weg me dunkt.
Start met een kort stukje in de voorstad om via de middeleeuwse omwalling richting stadsrand te tenen om van daaruit de wandellus aan te vatten. Overal wapperden de banieren van de kroningsfeesten aan de huisgevels. Tongeren is immers tevens de bakermat van het Christendom in de Lage Landen. Als oudste Maria-oord aan deze zijde van de Alpen werden er hier reeds in de Middeleeuwen heiligdomsvaarten georganiseerd. Toen in 1890 het beeld van Onze Lieve Vrouw 'Oorzaak Onzer Blijdschap' gekroond werd besloten de Tongenaren de heiligdomsvaarten uit te bouwen tot zeven-jaarlijkse Kroningsfeesten. Dit feest, ondertussen een traditie en erkend als immaterieel cultureel erfgoed, werd onlangs in juli gehouden. 3000 Tongenaren namen deel aan de processie. Met avondspelen, pontificale eucharistievieringen, concerten en optredens maar ook met hallucinante straatversieringen houdt Tongeren deze zevenjaarlijkse traditie hoog. 
't Was nog vroeg in de morgen maar een pintje zou wel al gesmaakt hebben. Zinnens om een sfeervol kroegje binnen te wippen op die middeleeuwse wal kregen we van de buitenstaande uitbaatster te horen dat het haar sluitingsdag was. Voortstappen dan maar. Immers, er moesten nog 20 kilometertjes afgemaald worden.
Jongens, wat is de omgeving daar mooi. Glooiende landschappen, donkere bossen, frisgroene weiden, mooie boerderijen en afspanningen, netjes onderhouden wegen en paadjes. Fruitgaarden van appelen en peren, je zit immers in Haspengouw de fruitstreek. Ik heb trouwens een paar kilootjes peren opgeraapt en meegebracht naar huis zodat ons Annick er confituur kan van maken. Je waant je ginds in één groot park. Overal vind je rustbanken en tafeltjes. Proper en uitnodigend. Nergens valt er een wanklank te bespeuren in de omgeving.  Prachtige harmonie tussen natuur en woongebied. Vriendelijk volk ook. Na een goed uurtje besloten we even halt te houden aan het picknicktafeltje daar waar het natuurlijk stroomgebied van de Jeker werd hersteld. Fleske wijn van de Jan en een sauciske, den Hugo had frikadellebollekes en gepickelde ajuintjes op grootmoeders wijze bij, de Ronny wat kaas en een extra sauciske, de Catsjoe had haar gedroogde kiekepoten bij alhoewel deze mee in de Ronny zijne rugzak zaten. Een voorbijganger kwam spontaan een babbeltje slaan. Hij bewierrookte de inspanningen van de natuurdienst in Tongeren. Een beetje uitleg over het herstelplan waarbij de oude loop van de Jeker werd hersteld moest ons overtuigen om de oevers dezer tijdens onze wandeling te blijven volgen. Dat hebben we deels gedaan en daarvan hadden we achteraf geenszins spijt. Zo sjiek daar. Holle wegen en beemden ... de Ronny had nog maar eens de foto-appareille van wijlen Nonkel Joseph zaliger meegenomen. Ik denk dat hij tegen de 200 foto's heeft getrokken. De bijlage aan foto's in onderstaande slideshows mag dan ook lijvig genoemd worden. Voor de verandering zet ik er 2 op. Eerst de mijne en in afwachting een volgende met een selectie uit deze van de Ronny. In het licht van den Hugo zijn pelgrimsreis naar Rome heeft hij daar een prachtige foto getrokken met den Hugo aan het einde van een holle weg badend in het zonlicht. 't Zou zo als cover kunnen dienen voor een boek over pelgrimeren. Onderweg kwam den Hugo zijn tocht uitvoerig aan bod. Ik haalde de pieren uit zijne neus want in 2018 zoek ik, bij leven en welzijn uiteraard, er ook aan te beginnen. De Via Francigena, het doet me terzijde denken aan franchipannekes, startend aan de kathedraal van Canterburry in Engeland tot in Rome, de Pauselijke Stad. Ik ga trouwens een nieuwe blog starten met de voorbereidingen. Die voorbereiding is voor mij al de helft van het plezier. Eén dezer dagen vermeld ik wel de link daar naartoe.
We stapten nog wat door. Dorstig weer was het en we waren onderweg geen enkel kroegje meer tegengekomen. Op 5 km van het eindpunt werd er een pauzeke ingelast onder de schaduw van een een iep. Op een bankske weliswaar. Een 'local' kwam er aangewandeld. Ook deze mens sprak ons vriendelijk aan. Met de vraag of we ergens in de geburen een terrasje konden strikken kwamen we te weten dat we er op een haar na voorbijgewandeld waren. Maar, en hij wees naar een huizeke enkele honderden meters verderop, dat huis met die witte gevel daar, daar woon ik. Ik kan jullie daar wel een pintje aanbieden. Die brave man vertelde van zijn voettocht naar Scherpenheuvel. Hij had daarvan geleerd dat hij zeker niet mocht gaan zitten onderweg. Op zijn eerste tocht had hij dat wel gedaan en zo bleek; hij kon niet meer bewegen eens hij rechtop was gaan staan.

Een kroegje hebben we toch nog gevonden maar daarvoor moesten we eerst nog doorstappen tot in Tongeren centrum op de grote markt. Een sfeervol terrasje vlak aan het standbeeld van Ambiorix nodigde uit tot plaats te nemen. Bij dat standbeeld herinnerde ik mij m'n motortochtje van vele jaren geleden. Meta, een vriendin die toen meereed maakte toen de opmerking dat dienen Ambiorix nogal klein geschapen was. Ze zal er nu wel niet wakker van liggen maar ik kan haar melden dat zijn fysieke toestand ongewijzigd is gebleven na al die jaren. Den Hugo laafde zich op dat terraske aan een authentieke gueuze, voor mij een Maredsous blond en de Ronny, die meer van hoppige bieren houdt, bestelde een Paljas. Voor de Catsjou een bakske water dat we afhandig maakten van een schoothondje liggend aan een aanpalend terrastafeltje. De eigenaars van dit beestje, franssprekende toeristen, maakten helemaal geen bezwaar. Een mooie afsluiter weeral van een knappe wandeling.
Tot aan de statie was het nog een kleine kilometer lopen via de winkelwandelstraat. Er kon aan het station nog een laatste heildronk soldaat gemaakt worden want er moest nog even gewacht worden op de trein. In de gauwte dan maar. In het statiecafé kregen we het gezelschap van een straalbezopen dame. Jongens, die madam was lazarus. Ze dronk witte wijn, al een geluk want moest het rode geweest zijn ... ze morste meer op haar kleren dan dat ze in haar keelgat goot. Haar portemonnée had ze eerder al leeggeschud op de vloer. Die centjes heb ik nog voor haar opgeraapt. Nochtans was het een vriendelijk mens. De Catsjoe deelde in haar gentilesse en moest het bekopen met oeverloos geflodder. Zelf zou ze graag een hond gehad hebben maar haar vriend maakte bezwaar. Althans dat konden we opmaken uit haar gewauwel. Ach, ik oordeel niet, men kent immers de oorzaak niet waarbij men voor de drankroes kiest. Tijd om naar huis te gaan. Moeder roept ! Oefening baart kunst. Op de trein huiswaarts herinnerde de Ronny zich opeens zijn voornemen terug om zijn communicatieskills naar een hoger niveau te brengen. Deze keer was het een sympathieke roodharige jonge dame die in de prijzen deelde en opnieuw was het de Catsjoe die voor het bindmiddel zorgde. Het is toch verbazingwekkend hoe zo een beestje de sociale contacten bevordert. Onze wandeling zat er ondertussen bovenarms op. 
Wel, dit mocht weeral een zoveelste geslaagde dag genoemd worden. Om halftwaalf was ik pas thuis.