vrijdag 3 februari 2017

* Het Rivierenland in Klein Willebroek


En we zijn weer vertrokken zie. Ik heb ondertussen mijn ritme teruggevonden. Rond 9 uur afspraak aan het sashuis van Klein Willebroek met de Ronny en de Catsjoe. Den Hugo had ik eerder al opgepikt in Temse waar het kommeke koffie wederom al klaar stond. We konden het deze dag niet al te lang rekken want elkeen had 's avonds nog wat verplichtingen. Een toerke in de geburen moest het bijgevolg worden. De mooie wandeling van verleden week in de Rupelstreek kreeg hierdoor nog een staartje. Klein Willebroek, eveneens aan de Rupel gelegen, bleek na afloop eens te meer de moeite waard. Het is een gehuchtje van Willebroek, de biotoop van den Angelo die er jammer genoeg niet bij kon zijn. De Marc was eveneens verhinderd. Het gehuchtje ligt ten noorden van Willebroek en zit gekneld tussen het zeekanaal Brussel-Schelde, de Rupel en het industriegebied langsheen het kanaal. In het oosten gaat het via het Blosodomein Hazewinkel over in enkele prachtige natuurgebieden. Halverwege de 16de eeuw werd de Willebroekse Vaart gegraven waardoor er in het voormalige schorregebied de eerste bewoners zich kwamen settelen. Een stille getuige uit vervlogen tijden en eveneens plaats van onze afspraak was het in 1608 opgetrokken sashuis. Dit sashuis, ook wel het Spaans Huis genoemd kwam er in vervanging van het in 1573 opgetrokken oude sashuis en doet nu dienst als heemkundig museum. Samen met de wipbrug aan de saskom is het nu een beschermd dorpsaanzicht. In deze eer delen ook het standbeeld van de boottrekker en het Nationaal monument van het Schippersgezin. Iets verderop vind je een Britse Sherman tank die ons er aan moet laten herinneren dat op 4 september 1944 er hier over de inmiddels verdwenen Van Enschodtbrug over de Rupel, de geallieerden reden om Antwerpen te gaan bevrijden. 



De Ronny en de Catsjoe waren al op post en na een uitbundige begroeting door de Catsjoe konden we starten. De dorpskern lag er heel rustig bij en al gauw zaten we in het natuurreservaat Broek - de Naeyer.  De natuur herstelt zich hier langzaam van het jarenlang aangedane leed. Een uitgekiend natuurbeleid, saneren van de bodem en het opspuiten van grond zorgen ervoor dat de achtergelaten littekens van de vooroorlogse industrie stilletjesaan verdwijnen. Heel merkwaardig dat in dit voormalig turfwinnings- en stortafvalgebied van de papierfabriek De Nayer in Willebroek er nu otters en bevers huizen. Tot voor kort was het ganse gebied één vergiftigde boel. Een mooie natuurplek is het nu geworden en bovendien erg leerrijk. Veel educatieve informatie vind je hier over die beestjes. Beslist de moeite om dit eens met jonge kinderen te verkennen.
Eens dit broek uit belandden we terug op de Rupeldijk. Even een pauzeke inlassen voor het aperitiefke drong zich op. Aan bankjes en picknicktafeltjes geen gebrek en iets voor het kasteel 'De Bocht' kon ik mijn Triple Waterloo en een oerdegelijke salami met noten tevoorschijn brengen. Een kort intermezzo op een staptochtje mag niet ontbreken. Opkrassen nu en het volgende agendapunt werd aangesproken namelijk het verder volgen van de rupeldijk richting de samenvloeiing van de Dijle en de Nete. Iets verder voorbij de fietsbrug over de Dijle ging het opnieuw landinwaarts. Een met prikkeldraad gebarriceerd dijkpad hield ons niet tegen wegens onwettig afgesloten. Dit althans volgens den Hugo. Hop erover of eronder en het mooiste stukje van de wandeling ontplooide zich voor onze ogen. Gracieus slingerde dit groen bemost padje, hand in hand met een heldere beek door het weidse landschap. Betoverend en maagdelijk schoon stukje rivierenland was mijn conclusie. 
We bereikten na een klein uurtje het oostelijke puntje van de Hazewinkelplas. Het was ondertussen tijd geworden om de schoofzak boven te halen. Daar op het Blosodomein staat er een grote cafetaria annex restaurant. Op enkele klanten na was die keet leeg. Den Hugo ging aan de uitbaatster beleefd vragen of we op het buitenterras onze bokes mochten opeten. Daar was het nog leger want er zat niemand. Van in de deuropening kon ik zien dat de bazin hare kop er al neeschuddend bijna afvloog. 't Is maar hoe je aan commerce doet. Okee, in volle seizoen zou je dat begrijpen dan bezet je de plaats van iemand die wel consumeert maar geen mens te bespeuren op dat terras. Maar goed, dan konden we haar ook niet de 2 tripeltjes gunnen die we elk bij onze bokes zouden soldaat gemaakt hebben. Een picknicktafeltje iets verderop kon evengoed dienst doen. Zonder tripeltjes dan welverstaan.
Na het schaft kwam het Blaasveldbroek aan bod. Een moerassig gebied dat tot recreatiedomein werd gepromoveerd. Het merendeel van de paden is er verhoogd met dolomiet of platgewalst steenpuin. Ook staan er genoeg rustbankjes om even te verpozen. Halfverteerde bladeren bedekken er de menige boswegeltjes die je tussen de vele plassen door laten laveren. Hier en daar verschijnt er een moeras waaruit knoestige boomstronken als verweerde skeletten oprijzen. Aalscholvers, berbereenden, Canadese ganzen, zwanen, buizerds, spechten ... aan gevleugelde fauna geen gebrek in deze contreien.
Eens dat Blaasveldbroek uit kwamen we terug uit bij de roeivijver van Hazewinkel. Volgens de Ronny, onze sportexpert, één van de snelste roeivijvers ter wereld. 't Moet iets te maken hebben met de cohesie van de daar aanwezige H2O moleculen. Ik heb daar helemaal geen kennis van. Water is water volgens mij. 'Fish f*** in it' vertrouwde de notoire zuipschuit-schrijver-dichter Henry Charles Bukowski ooit aan het papier toe. Wellicht viel de aanleiding voor het ontstaan van deze pennevrucht in een andere context te situeren.
Nog één natuurreservaat viel er plat te lopen : De Biezenweiden. Het is een groen bebost eiland omsloten door waterlopen en plassen. Hier en daar zie je nog de rijen wilgenbomen die vroeger het eiland afzoomden. In lang vervlogen tijden werd het bos er aangelegd voor de houtkap maar ook nu zijn die wonden geheeld en de littekens verdwenen. Onverwacht ook weer een prachtig stukje vaderland. Het wandelingetje liep weeral bijna naar haar einde. Eens die Biezenweiden uit zaten we aan de reeds eerder vernoemde Willebroekse vaart, nu een zijarm van het zeekanaal en dienstdoend als jachthaven. Luxueuze plezierjachten liggen er aangemeerd, werkeloos wachtend op het komend nieuwe vaarseizoen. We waren bijna rond. Een bijpassende afsluiter in de vorm van een smakelijke La Chouffe in café 'Het Zeezicht' in de dorpskern maakte de dag weeral compleet. Ik vraag me af waar de cafébazin haar inspiratie vandaan haalde om haar kroeg het 'Zeezicht' te noemen. Deze naam deed geenszins afbreuk aan de gezellige uitstraling van het etablissement en bij 3 Choefkes kreeg je een gratis kaboutermuts. Die is voor ons Stafke.  
Toffe dag weeral. Goed weer, goed gezelschap en nu mag het voor mijn part beginnen regenen zie. Met bakken. Het zit er weeral op.



Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Plaats een reactie als je wil.