donderdag 19 oktober 2017

De Hagelandse Heuvels tussen Wezemaal en Kortrijk-Dutsel

Het mooie stapavontuurtje in de Ardennen was nog maar nauwelijks verteerd of het Santiagogenootschap kwam aansluitend met een herfstwandelingetje voor de dag. Afspraak met de Ronny op zondag om 10u in Kruibeke in Café 'Ons Huis' achter de kerk. De Catsjoe bleef thuis. De opzet van de organisatoren, stuk voor stuk vrijwilligers van het genootschap, was om tijdens een wandelingetje informatie te verschaffen aan eventuele kandidaat pelgrims. Een 30-tal leden meldden zich present. Pelgrims in spé waren er echter niet te bespeuren. Maar goed, het mooie weer zorgde voor een ontspannen sfeertje tijdens de wandeling. Een simpel rondewandelingetje langs de overstromingsbekkens van Kruibeke en de Scheldepolder. Een waterval stond ook op het programma maar die treedt enkel maar in werking bij giertij. En zo kon je ook eens naar de verhalen van andere Santiagogangers luisteren. Toch markant dat het begrip 'toeval' steeds komt bovendrijven in die verhalen. Leo, een meestappend genootschapslid, vertelde dat hij op een bepaalde plaats in Frankrijk een keuze moest maken omtrent de te volgen weg op een tweesprong. Nergens een aanduiding te vinden dus de kans was fifty/fifty om een verkeerde weg in te slaan. Hij besloot het pad te volgen dat een fluitend vogeltje hem leek aan te wijzen. Dat vogeltje bleef nog een hele tijd kwinkelerend kleine stukjes voor hem uit vliegen alsof het hem wou gidsen. Het bleek achteraf de juiste weg geweest te zijn. Enkele jaren later leest hij met verstomming een pelgrimsgetuigenis in het één of ander pelgrimstijdschrift. Daarin leest hij dat op krak dezelfde plaats daar in Frankrijk de schrijver van de bijdrage identiek dezelfde ervaring heeft gehad. Tja, opdat moment maak je dan toch de bedenking of je dit allemaal niet gedroomd hebt !


Met de intrede van de herfst komt de inspiratie voor het componeren van wandelingetjes ineens terug naar boven. Ineens heb ik er een tiental uit mijn toverhoed kunnen halen. Het Hageland is er eentje van. Ik ben er al wel eens in de geburen geweest, maar nog niet er midden in. Landschappelijk heeft het Hageland veel gemeen met Toscane in Italië wat ook geldt voor het aangrenzende Droog Haspengouw. Deze interpretatie komt niet van mij, ik heb het gelezen. Het Hageland wordt in het zuiden begrensd door de heuvelrug van de Pellenberg en in het zuidoosten door de loop van de Velpe. De oostgrens van het Hageland wordt gevormd door de Gete en de noordgrens door de vallei van de Demer. 
Het dorp Wezemaal, startplaats van onze wandeling, groeide uit tot een bedevaartsoord in de XVde eeuw. Sint Job moest de verzuchtingen van de pelgrims daar incasseren. Job, een welgesteld en gezegend man, tevens zeer Godvrezend werd door Hemzelve ten gronde gericht. Het resultaat was dat hij alles kwijtspeelde. Fortuin, gezin, gezondheid en geluk. Als een arme sukkelaar moest hij de geschiedenis instappen. Een folieke van God, zogezegd om hem op de proef te stellen. De Alwetende, hoe leg je het allemaal uit, moet dan toch zijn twijfels gehad hebben. Om die klus te klaren deed hij beroep op de hand en spandiensten van de Satan ... pfffft, wat hebben ze ons toch allemaal wijsgemaakt ??? Mensenlief toch,  het is een vette kluif voor theologen. 


Soit, Wezemaal werd het belangrijkste bedevaartsoord van Sint Job in de Nederlanden. Tussen 1496 en 1520 werd een recordaantal aan pelgrims opgetekend. Dit als gevolg van de grote syfilisepidemie die Europa vanaf 1496 teisterde. Rond 1515 trokken minstens 23.000 bedevaarders naar Wezemaal. Van de duizenden metalen pelgrimsinsignes die in de kerk aan pelgrims werden verkocht zijn er exemplaren teruggevonden in Nederland en in Canterbury in Engeland. Business as usual. 

Goed, ik heb nog geen stap gezet tot nu toe. Een lus van 23 km met een 300-tal hoogtemeterkes middenin het Hageland was de opzet.  Na een vlotte treinreis, waar zullen we het schrijven, stapten we rond 11u af in het station van Wezemaal.




Den Angelo stond ons al op te wachten, Ttz ik, den Hugo, de Ronny en de Catsjoe. Here we go, een rondje met de klok mee, het kompas gedraaid richting de Wijngaardberg. Opletten Janneman met dat Angelsaksisch taal'mis'bruik. Onze Nederlandse taal is mooi genoeg om het met andere woorden te beschrijven. We waren dus de 'pist in'. Na nog geen kilometertje zaten we al buiten de bebouwing en aan de rand van die Wijngaardberg. Een venijnig klimmetje naar boven en ik werd al direct gewaar dat dit een mooie trip zou worden. Inderdaad na afloop van deze wandeling mag deze zich met stip nestelen in mijn top 5 van de dagstappers. Het was onvoorstelbaar mooi weer voor half oktober. Na een uurtje stapten we al in korte mouwtjes. Met recht en reden mocht er geklapt worden van een 'Indian Summer'. Lap, weeral zo een Engels woord dat er tussenkruipt. Vele schoolkinderen liepen daar in het bos op de heuvelflanken. Het was dan ook een uitgelezen dagje voor de leerkrachten, goeiemorgen juffrouw, om een educatieve klasuitstap met het bos als thema op de schoolagenda te plaatsen. Links en rechts vonden we mapjes opgehangen aan de bomen waarin tekst en uitleg werd gegeven van de te ontdekken wetenswaardigheden. Holle wegen bijvoorbeeld waar de regen gezorgd heeft voor de vorming ervan in de heuvelflanken. Getuigenheuvels die je een authentieke blik geven op het landschap zoals het er in de oertijd uitzag. Een boeiende les natuurkennis zo midden in het bos. Groot gelijk geef ik die juffrouwen en meesters met op die manier les te geven. De opgedane leerstof blijft dan beter hangen bij die jonge gastjes. Ik kan me uit de lessen natuurkennis destijds enkel nog de dissectie van een konijn herinneren en een les over de voortplanting. Hoofdactoren in deze laatste waren een kieken en een ei. Het feit dat mijn lagere school een college was en dientengevolge gerund werd door pastoors zal dan ook wel niet vreemd in de oren klinken.

De Wijngaardberg is één van de laatste onaangetaste getuigenheuvels van het Hageland. Ze hebben de tand des tijds doorstaan. De heuvel is 72 m hoog en werd tijdens het Tertiair gevormd door de Diestiaanzee. Het ijzerzandsteen dat in de berg wordt aangetroffen vindt men terug in het onderste deel van de toren en de zijbeuken van de Sint-Martinuskerk in Wezemaal. Tijdens de eerste helft van de 19e eeuw werd op de zuidelijke flank van de berg aan wijnbouw gedaan.  De in 1995 geklasseerde wijngaardmuur moest de wijnranken beschermen tegen de noordenwind. Tussen al de wijngaarden op de flank staat er nu nog 1 wijngaard waar de druiven geteeld worden net zoals ten tijde van de middeleeuwen. 
Op de flank van die Wijngaardberg, pal onder een appelboom, werd de picknick in gang gezet. Een gammele picknicktafel, een stralend zonnetje, een betoverend uitzicht op het glooiende landschap met wijngaarden ... zet daar enkele goeie flesjes wijn bij, het Ardeense hammetje uit Rochefort van verleden week, een Camenbertkazeke, wat sausiskes, een zakje met noten, een paar maatjesharingen en wat goed belegde bokes en je waant je weeral in de hemel. Enige rustverstoorder van dienst was een hond die gedurig blafte achter een naburig hek. Hij stelde onze aanwezigheid duidelijk niet op prijs. Het werkte danig op de Ronny zijn zenuwen. Met kennis van zaken en een sauciske bracht hij deze viervoeter tot bedaren die daarop afdroop. De staart tussen zijn achterpoten gekruld. 
Den Angelo klopte bij wijze van afscheid aan deze paradijselijke picknick nog wat appelen uit den boom voor den Hugo. We konden weeral verder ! Volgende stappen voerden ons naar het Kasteel van Horst, we zaten halverwege de wandeling. Onderweg daar naar toe kon de Ronny het niet laten om in een badkuip te kruipen met het verzoek om dit op de pelicule vast te leggen. Een badkuip dienst doende als drinkbak voor de koeien in de wei. De Catsjoe vond het maar niks en joeg al blaffend de koeien weg die uit curiositeit hun drinkbak met daarin de Ronny kwamen inspecteren.  Een plezante noot in de aanloop naar dat kasteel. Daar stond er een schreeuwlelijke kunstverzameling opgesteld.   Ik vermoed dat het thema 'baksteen' was. Een verzameling paletten met bakstenen stond er tegenover het kasteel geposteerd. Het contrast was afschuwelijk maar misschien was dit wel de opzet van deze tentoonstelling. Iets eerder stond er op een betonnen sokkel een bakstenen bouwsel vol spleten. Ik denk dat het een gemetselde muur moest voorstellen. Daarbovenop een betonnen afdak. Kunst moest dat voorstellen. Als het al een functie had dan was het die om daar ter plaatse mensen samen te brengen om dan gezamelijk de afschuwelijkheid ervan ter sprake te brengen. Zo maakten we daar kennis met Gerda die onze mening deelde aangaande dat 'kunstwerk'. Een toffe madam die tot onze verbazing spontaan inging op het aanbod om samen iets te gaan drinken wat verderop aan het kasteel. Leuke babbel weeral bij een lekkere tripel van Horst. Wat betreft dat mottig kunstwerk vol spleten kwamen we tot de slotsom dat men dit het best als 'De Klaagmuur' kon omschrijven. Spleten genoeg om er papiertjes in te stoppen. Wandelen brengt mensen tesamen. Met een auto ga je dat moeilijk kunnen verwezenlijken. Gerda was pedagoge en daar op dat terras ontspon er zich een leerrijke babbel. Ze woonde in Wezemaal maar was afkomstig uit Antwerpen. Blijven plakken na haar studies in Leuven.  Het gebeurt wel eens meer. We namen afscheid van Gerda die ons nog een tegenaanbod presenteerde om even langs te komen in Wezemaal. Ze had echter nog maar 1 pintje in huis en die avond moest ze nog naar de ukelele-lessen. Nee dankjevriendelijk, we moesten dringend opstappen. Onzen Angelo werd wat ongeduldig gezien het late uur en de onbetrouwbare stiptheid van den ijzeren weg om nog thuis te geraken. Tot ziens beste Gerda ! Ik kreeg bij het afscheid nog een knuffel begot. 
Het was dus ongemerkt vrij laat geworden. Rond 5 uur begonnen we aan de terugtocht. Het zou al vlug beginnen donkeren. De laatste zonnestralen schilderden het glooiende landschap in magnifieke kleuren. Daarenboven waren we getuige van een magistrale zonsondergang.  Sjieke dinges ! De terugweg vlotte verbazend snel. Iets moeten inkorten op het laatste om nog samen een pintje te kunnen pakken in een kroegje. De deur van Café het Sportlokaal stond vanwege de warme buitentemperatuur nog uitnodigend open. Vooruit dan maar, een pintje kan er nog wel bij. Den Angelo vroeg om  wat nootjes aan de cafébaas. Bij een pintje smaakt dat wel. Eerst beweerde die vent dat hij geen nootjes bezat. Een stamgast aan de toog deed zijn beklag door te beweren dat in de 20 jaren dat hij klant was van het Sportlokaal, hij nog nooit een nootje had gekregen van de kroegbaas. Die gast was dan ook verrast dat er 2 telloorkes vol apennoten op ons tafeltje belandden. Die cafébaas zal vanaf nu zijn klanten ook wat meer van nootjes moeten voorzien. 
Dit is weeral een uitgelezen dag geworden. Een mooie afsluiter voor de zoveelste keer. Nog de trein op en naar moeder de vrouw. Het was mooi geweest.     



12292 Created with flickr slideshow.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Plaats een reactie als je wil.